2. Een nieuw bollenbedrijf bij Egmond-Binnen

Een ingreep in een historisch gelaagd landschap

De nieuwe locatie voor het te verplaatsen bollenbedrijf is vanuit landbouwkundig perspectief logisch; het gaat immers om eigen grond en de ligging in een bollenconcentratiegebied. Vanuit landschappelijk en historisch perspectief is het echter een kwetsbare plek. Chris de Bont en Irmgard van Koningsbruggen leggen vanuit hun eigen vak- en gebiedskennis uit waarom.

“Landschap en cultuurhistorie betreffen het geheugen van de wordings- en bewerkings- en waarderingsgeschiedenis”

De betekenis en waardering van het cultuurlandschap

Chris: Het blijkt iedere keer maar weer hoe moeilijk het is om cultuurhistorie, en in het bijzonder historische geografie in de planafwegingen een goede plek te geven. Bij de zaak van het Egmondse bollenbedrijf werd dat nog eens extra duidelijk. Het is niet alleen het historische aspect an sich dat zich niet altijd eenvoudig naar het heden laat vertalen. Het is ook het hedendaagse landschap dat weliswaar veel, ook vaak onverwachte, historische aanwijzingen bevat. Het maakt echter maar weinig mensen enthousiast als het onderwerp wordt teruggebracht tot de betekenis van een of enkele slootjes. Volgens mij schept de perceptie van het landschap, en dan in een ruime historische zin, meer duidelijkheid.

Irmgard: Vaak worden cultuurhistorie en erfgoed als synonieme begrippen gebruikt. Dat is niet vreemd als je de beide betekenissen van cultuur kent: benutten en vereren, oftewel: gebruiken en als waarde betekenis geven. Landschap en cultuurhistorie zijn ook geen verschillende domeinen, zoals soms wordt gesuggereerd. Mensen hebben immers altijd gereageerd op het land onder hun voeten dat door geologische processen en door klimaatveranderingen was gevormd. Ze grepen in om dat land te kunnen gebruiken, in cultuur te brengen, om erop en ervan te kunnen leven. Landschap en cultuurhistorie betreffen dus het geheugen van de wordings- en bewerkings- en waarderingsgeschiedenis. Maar dat alles is aan voortdurende verandering onderhevig. Wat we nu als herinneringen aan onze cultuurhistorie als erfgoed benoemen, geldt straks wellicht voor windmolens en ruilverkavelingen uit de 20e eeuw.

Chris: Ik onderscheid in het cultuurlandschap niet alleen de drie dimensies die ooit in mijn vakgebied werden gebruikt, namelijk de twee dimensies die zich in het platte vlak afspelen (de Grundriß) en de derde dimensie (de Aufriß of de opstand). Vaak is historische geografie ingeperkt tot het lijnenspel (zoals de verkavelingsstructuur) in het landschap, en dan zoals weergegeven op een kaart. Door ruilverkaveling en andere grootschalige projecten is dit aspect meestal niet meer onveranderd aanwezig. Dit zou betekenen dat ik als historisch geograaf me dan alleen kan focussen op jongere topografische structuren die, ook wettelijk gezien, vaak nog buiten de boot vallen. Gelukkig biedt de Aufriß soelaas. Zeker in het nattere deel van Noord-Holland kan de verkavelingsstructuur wortelen in een veel verder verleden dan de zichtbare begroeide en bebouwde omgeving. Naast ouderdom en gaafheid gaat het ook om de ensemble-werking die deze objecten onderling en met de onderliggende inrichting hebben.

Leidraad Landschap en Cultuurhistorie: betekenis voor het landschap bij Egmond-Binnen

Irmgard: Het is een mooi document, die Leidraad Landschap en Cultuurhistorie 2018, verankerd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening en bedoeld om ruimtelijke kwaliteit van de provincie te behouden en te versterken en waarden die we als eigen aan het landschap beschouwen door te kunnen geven. Ik maak er graag en veel gebruik van en leerde landschappelijke patronen beter zien. Immaterieel erfgoed speelt een rol in de waardering van landschappen, maar de Leidraad maakt van deze categorie erfgoed nog geen gewag. Het is bovendien opvallend dat de Leidraad voor inspirerende voorbeelden een aparte categorie ‘erfgoed’ heeft, terwijl andere categorieën evengoed over de omgang met cultuurhistorische waarden gaan.

Chris: Volgens de Leidraad biedt ‘elk ensemble en elke structuur (…) een beschrijving van de ontstaansgeschiedenis, van de dynamiek en van de belangrijkste drie kernwaarden: landschappelijke karakteristiek, openheid en ruimtebeleving, en ruimtelijke dragers.’ In het specifieke geval van de Egmondse bollenboer kan ik met het daarin aangereikte instrumentarium maar deels uit de voeten. De karakteristieke verschillen tussen de deels onder de Jonge Duinen verdwenen strandwal van Egmond, de strandwal van Limmen-Heiloo en de tussenliggende strandvlakte is wel erg algemeen beschreven in de Leidraad. Voor het plan van het bollenbedrijf betekent het dat de openheid van de strandwal en het zicht op (de abdij van) Egmond-Binnen verder zal worden aangetast. Maken deze overwegingen überhaupt wel een kans in het krachtenspel dat bij de verdere realisatie van die plannen speelt?

Irmgard: Het landschap bij Egmond-Binnen hoort bij het ensemble Noord Kennemerland en getuigt van processen die bij de vorming van de kust een rol speelden. De strandwallen zijn al sinds mensenheugenis bewoond. De strandvlakten laten in hun structuren zien dat zeewater en veen de wooncultuur bepaalden. De Herenweg is de ruimtelijke drager en vertegenwoordigt als eeuwenoude noord-zuid verbinding een kernwaarde, net als de afleesbaarheid van de wordingsgeschiedenis en de beleving van de open ruimte. De Leidraad vraagt nadrukkelijk deze openheid te behouden! Als cultuurhistoricus voeg ik hier graag aan toe dat het landschap ook verhaalt van ontginningswerkzaamheden van de abdij, begunstigd door de graven van Holland. De jaarlijkse processie van de abdij naar de Adelbertusakker maakt het bovendien een ‘lieu de memoire’.

Chris: Ik wil nog iets  aankaarten, dat er mee te maken heeft dat ik me meer dan gemiddeld bewust ben van de ensemble-betekenis van Egmond-Binnen en directe omgeving. Mijn achteroudoom was Bernard de Bont, die rond 1900 het terrein van de oude abdij kocht om er de wederopstanding van het katholicisme mee te ‘vieren’, het als schrijn te laten functioneren voor de (katholieke) graven van Holland en mogelijk ooit tot een herbouw van de abdij te komen. De belangrijkste onderdelen van het gebied, die ook voor bewoners en bezoekers en toeristen van betekenis zijn: de landschappelijke geleding zoals die in het veld ervaren kan worden; de (herbouwde) abdij van Egmond, zowel de locatie als het hele historisch-bouwkundige ensemble de Adelbertusakker, net ten westen van het dorp met de gereconstrueerde kapelresten en de nog steeds geldende religieuze lokale en regionale betekenis daarvan; de Zanddijk uit het begin van de twaalfde eeuw historisch verbonden met de waterstaats- en infrastructurele ‘taak’ van de abdij binnen de regio en met een aantal legenden verder opgetuigd.

Irmgard: Sinds onze cultuur vanuit groeiend historisch besef is gaan onderzoeken wat het verleden nalaat en aan sporen uit het verleden waarden toekende, kregen concrete, tastbare overblijfselen een beschermde status. Historische kaarten, schilderijen en prenten speelden een belangrijke rol bij de beeldvorming van de geschiedenis. Wat niet in het beeld paste, of geen onderzoeksaandacht kreeg, kon gemakkelijk verdwijnen. Verhalen en tradities zijn recenter als erfgoed erkend; hoe gaan we daarmee om?

Het advies

Chris: Wat kan of moet je hiermee als je bollenboer bent en grootse plannen hebt. Juist vanaf Limmen, via de Zanddijk en de Limmerweg naar Egmond-binnen en door naar de St.Adelbertusakker met die kapel en de pelgrimsentourage is een bijzonder rijk cultuurhistorisch ensemble toegankelijk en beleefbaar. Met andere woorden: daar zou extra bescherming op zijn plaats zijn. Het nieuwe bollenboercomplex ligt dan letterlijk in de weg.

Irmgard: De ARO adviseerde kritisch over de voorgestelde inpassing van de bedrijfswoning en schuren van Bollenbedrijf Van Dam aan de Limmerweg en vroeg om de gebouwen zo laag mogelijk uit te voeren en ruimtelijk te verzoenen met de verkavelingsstructuur. Dit blijkt maar in beperkte mate mogelijk; bedrijfsvoering staat een optimale inpassing in de weg. De ARO blijft ervan overtuigd dat de voorgestelde opzet niet de enig mogelijke is. Eigenlijk is hier alleen maar de hoogst mogelijke kwaliteit op zijn plaats, die recht doet aan deze bijzondere plek. Met een beetje gebiedseigen erfbeplanting compenseer je ruimtelijk kwaliteitsverlies niet.

Chris: Samenvattend kun je zeggen dat het plan centraal ligt in een bijzonder cultuurhistorisch ensemble, waar landschaps-, kerk-, waterstaats- en streekgeschiedenis, historische geografie, historische bouwkunde en legenden niet alleen op een bijzondere wijze met elkaar zijn verweven, maar ook nog ‘beleefbaar’ zijn. Het (provinciaal) wettelijk instrumentarium is ontoereikend om bescherming te bieden. Mag het alleen toegankelijk blijven in de hoofden van deskundigen of kan het onderdeel uit blijven maken van een ‘zichtbare’ regionale identiteit?

Irmgard van Koningsbruggen

Deskundige cultuurhistorie en Architectuurhistoricus

vast lid van de ARO sinds april 2016

Lid diverse erfgoedadvies- en monumentencommissies, bestuurslid Dudok Architectuur Centrum, Stichting MOOI Noord-Holland en Stichting Geopark Gooi & Vecht, docent HOVO Universiteit Utrecht.

Aandachtsgebieden:
geschiedenis van de waardering en interpretatie van het verleden zoals die in architectuur, stedenbouw en landschap en in de geschiedschrijving daarover vorm krijgt.

Chris de Bont

Historisch geograaf

reservelid van de ARO sinds april 2016

Vanaf 1982 werkzaam geweest in Wageningen bij de Stichting voor Bodemkartering en haar opvolgers, waar grote ‘toegepaste’ onderzoeken zijn uitgevoerd. Vanaf 2005 onderzoeker en docent aan de Wageningen Universiteit en de Rijksuniversiteit Groningen. Vanaf 2012 eigenaar adviesbureau Paganellus Minor Rhenen.

Aandachtsgebieden:
historische geografie van Nederland en aangrenzende gebieden, met in het bijzonder de ontginnings-, bewonings- en waterstaatsgeschiedenis van West-Nederland.
  • Bedrijfsverplaatsing bollenbedrijf Van Dam van Heiloo naar Limmerweg 7 Egmond-Binnen, gemeente Bergen

De familie Van Dam zit met haar bloembollenbedrijf al generaties aan de Kennemerstraatweg 415 in Heiloo. De gronden van het bedrijf liggen midden in het plangebied ‘Zandzoom’ waarvoor op 12 maart 2014 tussen de provincie Noord-Holland en de gemeenten Heiloo, Castricum en Alkmaar de ‘Overeenkomst Nieuwe Strandwal 2014’ (ONS) is getekend. Doel van de overeenkomst is een samenhangend programma dat bijdraagt aan de ontwikkeling van het gebied. Het huidige bedrijf van Van Dam is in dit gebied prominent aanwezig. Om de beoogde ontwikkeling mogelijk te maken is verplaatsing van het bedrijf van de familie Van Dam daarom noodzakelijk.

Omdat de gemeente Heiloo het bestemmingsplan Zandzoom in 2018 wil actualiseren en met de zittende bedrijven in overleg is geraakt over de mogelijkheden van verplaatsing is door het bedrijf gericht gezocht naar een alternatieve plek. Deze ligt bij voorkeur aan de Limmerweg 7 in Egmond-Binnen, omdat naast die locatie – en in de directe omgeving binnen de gemeente Bergen – meerdere eigen percelen en pachtpercelen liggen. Door de verplaatsing komt het bedrijf feitelijk in haar eigen werkgebied te liggen. Vooruitlopend op de locatiekeuze is door de familie Van Dam gekeken of zich in Bergen andere locaties bevinden waar reeds passend en geschikte bebouwing aanwezig is en er ook gronden beschikbaar zijn voor de beoogde bollenteelt. Het betreft de locaties Hopman, Baltus en Apeldoorn. Deze zijn alle drie niet geschikt bevonden.

De gemeente staat positief tegenover het plan op de nieuwe locatie. Voor de schuren, kassen en een bedrijfswoning is een omgevingsvergunning nodig. Met deze hervestiging krijgt het gebied in Egmond-Binnen weer een impuls en wordt de toekomst van het bedrijf en haar jonge eigenaren duurzaam veiliggesteld.

Planlocatie aan de Limmerweg, met op de achtergrond Egmond-Binnen en rechts van het midden de herbouwde abdij (Foto: Hans van Helden)

 

Ruimtelijke verkenning planlocatie, met zichtlijnen vanuit de omgeving (Bron: Landschappelijke inpassing Limmerweg Egmond-Binnen, Petra van Duivenvoorde Tuin & Landschap | Ontwerp, 14 september 2018)

 

Impressie nieuwe situatie (Bron: Landschappelijke inpassing Limmerweg Egmond-Binnen, Petra van Duivenvoorde Tuin & Landschap | Ontwerp, 14 september 2018)

 

ARO advies (3 oktober 2018)

De ARO begrijpt dat de nieuwe locatie van het bedrijf met het oog op de ligging in het bollenconcentratiegebied logisch is. De commissie vraagt wel om de nokhoogte van de gebouwen zoveel mogelijk te beperken, hier wellicht wat meer variatie in aan te brengen en te onderzoeken of de gebouwen nog iets naar het zuiden kunnen worden verplaatst. Hiermee zou meer ruimte geboden kunnen worden aan het vrije zicht vanaf de Herenweg. Daarnaast adviseert de ARO om te onderzoeken of de gebouwen een kwartslag gedraaid kunnen worden of meer achter elkaar kunnen worden gepositioneerd, zodat beter wordt aangesloten bij de kavelrichting en de zichtlijnen. Om de impact op de openheid te onderzoeken is het belangrijk om realistische visualisaties te maken. Hierbij kunnen beter foto’s vanaf ooghoogte als basis genomen worden in plaats van Google Streetview. In dat kader dient ook nog eens goed naar de ruimtelijke werking van de erfbeplanting gekeken te worden. Tenslotte vraagt de ARO om in de plannen ook goed rekening te houden met de archeologische waarden van de strandwal.

Stand van zaken

Het plan is na de behandeling in de ARO op een aantal punten aangepast, onder meer wat betreft het beeldmateriaal. Daarnaast is een schetsmatige verkenning gedaan naar verschillende alternatieven voor de positionering en de kaprichting en -vorm van de schuren. Deze verkenning heeft niet geleid tot een aangepaste opzet van het erf, omdat de alternatieven de bedrijfsvoering in de weg staan.

Op 28 februari 2019 is er een bedrijfspresentatie geweest waarbij omwonenden geïnformeerd zijn over de productielijn en structuur van het bedrijf, de bedoelingen die het bedrijf heeft met de teelt en de ideeën voor de nieuwe locatie aan de Limmerweg. Het principeverzoek voor de bouw van het bedrijf ligt op dit moment bij de ambtelijke werkorganisatie van de Buch-gemeenten.